a la playa - we gaan naar
het
strand !! Zie ook 'hacia' en 'para'
hacia la playa
para la playa
el regalo a Carmen
- hij geeft het kado aan Carmen
om twee werkwoorden te koppelen
a
- we zullen zien
om de manier waarop iets wordt gedaan aan te geven (te, met).
a
pie
- we gaan te voet
lo a mano
- ik deed
het met de hand !! Zie ook 'con' en 'de'
lo con
mano
lo de
mano
om de tijd aan te geven (om)
a las seis - om zes
uur
a la medianoche - om
middernacht
om de snelheid aan te geven (met)
a
100 km por
hora - we gingen met 100 km per uur
om een afstand aan te geven
un lago a 3 kilómetros
- op 3 kilometer ligt een meer
om periodiciteit aan te geven
dos veces a la semana
- twee keer per week !! Zie ook 'por'
dos veces por la semana
om een bevel/eis uit te drukken (A + werkwoord)
¡A ! - eten!
¡A ! - slapen!
Persoonlijke 'a'
Als in het Spaans het
lijdend voorwerp een persoon of huisdier is, wordt het voorafgegaan door het voorzetsel
‘a’. Vanuit het Nederlands bezien
is dit
overbodig en er is ook geen vertaling voor. In het Spaans is het gewoon een verplichte
toevoeging.
Yo a Sonia
- ik zie Sonia
Yo
a ellas
- ik zie hen
Yo
a mi hermano
- Ik zie mijn broer
La mujer a su perro
- De vrouw aait haar hond
Niet van toepassing bij het gebruik van de werkwoorden
(hebben,
bezitten) en (hebben
als hulpwerkwoord)
Yo un hermano
- Ik heb een broer
Ook niet van toepassing indien het lijdend voorwerp geen persoon of geen huisdier is.