De Spaanse werkwoorden en betekenen beide 'zijn', maar worden volledig
verschillend gebruikt.
beschrijft een permanente staat, zoals identiteit, eigenschap,
karakter, beroep, etc.
beschrijft een tijdelijke staat, zoals locatie, conditie,
situatie, etc.
Dus:
panadero - Ik ben bakker (van beroep dus gebruik je
'ser')
en:
en la panaderia - Ik ben bij de bakker (je
locatie, dus gebruik je 'estar')
Ser
Ser beschrijft een permanente staat
(identiteit, eigenschap, karakter, etc.)
Vervoeging van de 'presente':
yo
soy
tú
eres
él,la,usted
es
nosotros/-as
somos
vosotros/-as
sois
ellos/-as,ustedes
son
Als je wilt aangeven wat je naam, nationaliteit, oorsprong, religie, beroep, ras, geslacht of
relatie is, dan gebruik je .
René, holandés y el hermano de Laura.
Ik ben René, ik ben Nederlander en ik ben de broer van Laura
Laura maestra y la hermana de René
Laura is lerares en is de zus van René.
Praat je over de datum, tijd en seizoen, dan gebruik je ook .
Hoy martes, 1 de abril y la primavera
Vandaag is het dinsdag, het is 1 april en het is voorjaar
¿Que hora ? las once.
Hoe laat is het? Het is elf uur.
Ook gebruik je als je het hebt over een
beschrijving, eigenschap, kenmerk, karakteristiek, definitie of prijs.
Antonio muy simpático.
Antonio is erg sympathiek.
¿Cuánto ? 5 euros.
Hoeveel is het? Het is 5 euro.
Bezittingen geef je aan met .
Este coche negro y mío.
Deze auto is zwart en is van mij.
bijvoeglijke naamwoorden met
conocido –
desconocido
bekend - onbekend
divertido
grappig
fácil – difícil
makkelijk - moeilijk
importante
belangrijk
increíble
ongelooflijk
inteligente
intelligent
lógico
logisch
necesario
nodig
legal – ilegal
legaal - illegaal
parecido
vergelijkbaar
posible – imposible
mogelijk - onmogelijk
Estar
Estar beschrijft een tijdelijke staat
(locatie, conditie, situatie, etc.)
Vervoeging van de 'presente':
yo
estoy
tú
estás
él,la,usted
está
nosotros/-as
estamos
vosotros/-as
estáis
ellos/-as,ustedes
están
Voor het beschrijven van tijdelijke fysieke, emotionele of gezondheidstoestand gebruik je .
triste, tú enfermo y Emilia cansado.
Ik ben verdrietig, jij bent ziek en Emilia is moe.
Om je burgelijke staat aan te geven, gebruik je ook .
Julio soltero, yo casado y tú divorciado.
Julio is single, ik ben getrouwd en jij bent gescheiden.
Is er sprake van een lopende actie, dan gebruik je als hulpwerkwoord met het gerundium. (progressieve
tegenwoordige tijd)
la guitarra y tú español
Ik ben gitaar aan het spelen en jij bent Spaans aan het leren.
gebruik je ook om de locatie waar
iets/iemand zich bevindt of een positie aan te geven.