Met werkwoorden die de conjunctief
eisen in de bijzin +
Prefiero que no
vuelva
(Ik heb liever niet dat hij terugkomt)
(Con verbos que exigen
subjuntivo en la subordinada)
Wensen
apetecer
(verlangen)
desear
(wensen)
esperar
(wachten)
necesitar
(nodig hebben)
preferir
(verkiezen)
querer
(willen)
Verzoeken
pedir
(bestellen,
verzoeken)
rogar
(smeken, verzoeken)
solicitar
(aanvragen,
solliciteren)
Bevelen, eisen
ordenar
(bevelen, opruimen)
exigir
(vereisen)
Toestemmen
dejar
(achterlaten,
toelaten)
permitir
(toestaan)
Verbieden
prohibir
(verbieden)
Aanbevelen
recomendar
(aanbevelen)
aconsejar
(aanraden)
Mogelijkheid
poder
(kunnen)
Twijfel
dudar
(aarzelen, twijfelen)
Emoties en gevoelens
alegrar
(verheugen)
gustar
(behagen, bevallen)
lamentar
(betreuren)
molestar
(hinderen, irriteren)
sentir
(spijten, voelen)
sorprender
(verbazen, verrassen)
Prefiero que no
vuelva
Ik heb liever dat hij niet terugkomt
Quiero que te
cases
conmigo
Ik wil dat je met me trouwt
Necesito que
me
des un
lápiz
Je moet me een potlood geven
Te
ruego
que
vengas a
recogerme al aeropuerto
Ik smeek je om me op te halen van het vliegveld
Me han
ordenado que
haga este trabajo
Ik heb opdracht gekregen om dit werk te doen
Te
dejo
que
vuelvas tarde
esta
noche
Ik sta toe dat je vanavond laat terugkomt
Te han
prohibido que
comas
tantos
dulces
Het is je verboden zoveel snoepjes te eten
Te
recomiendo
que
vayas a
clase
Ik raad je aan naar de les te gaan
Puede
que
venga a
mi
fiesta, pero no estoy
segura
Kan zijn dat hij naar mijn feest komt, maar ik weet het niet
zeker
Dudo
que le
salga
bien
Ik betwijfel of het goed gaat
Siento que no
puedas
venir
Het spijt me dat je niet kunt komen
Lamento que tu
padre esté
enfermo
Het betreurt me dat je vader ziek is
Me gusta que
limpies la
casa a menudo
Het behaagt me dat je het huis vaak schoonmaakt
Me alegro de que
hayas aprobado
todas las asignaturas
Ik ben blij dat je alle vakken hebt gehaald
In uitdrukkingen naar waarde +
Es improbable que vuelvan
(Het is onwaarschijnlijk dat ze terugkeren)
(Expresiones para valorar)
bueno (goed, lekker)
desagradable (onaangenaam)
difícil (moeilijk)
extraño (vreemd)
fabuloso (fabelachtig)
fácil (makkelijk)
fantástico (fantastisch)
posible (mogelijk)
probable (waarschijnlijk)
lógico (logisch)
malo (slecht)
maravilloso (wonderbaarlijk)
mejor (beter)
natural (natuurlijk)
necesario (noodzakelijk)
normal (normaal)
obligatorio (verplicht)
peligroso (gevaarlijk)
peor (slechter)
raro (bijzonder)
terrible (verschrikkelijk)
urgente (dringend)
Es mejor que
vuelvan
Het is beter dat ze terugkomen
Es urgente que vayamos
Het is dringend dat we gaan
Es obligatorio que vengas
Het is verplicht dat je komt
Parece normal que les holandeses patinen
Het lijkt normaal dat de Nederlanders schaatsen
cierto (zeker)
evidente (duidelijk)
indudable (ongetwijfeld)
obvio (duidelijk)
seguro (zeker)
verdad (waar)
------ Negatief
gebruikt ------
NO es cierto que vayamos
Het is niet zeker dat we gaan
Es cierto que
vamos
(Indicatief!)
Het is zeker dat we gaan
Als je een mening negatief wilt uitdrukken met de volgende werkwoorden +
NO estoy seguro de que
sea delicioso
(Ik weet niet zeker of het heel lekker is)
(Con verbos de opinión - uso negativo)
considerar
(bedenken, beschouwen, overwegen)
creer
(geloven)
decir
(spreken, vertellen, zeggen)
estar
convencido de
(overtuigd zijn van)
estar
seguro de (zeker zijn van)
imaginar
(bedenken, denken, verzinnen)
mantener
(behouden, onderhouden) ,
opinar
(geloven, denken)
pensar
(denken, nadenken)
sospechar
(verdenken, vooronderstellen)
sostener
(ondersteunen, verdedigen)
suponer
(vermoeden, veronderstellen)
¡ Subjuntivo !
NO estoy seguro de
que
sea
delicioso
Ik weet niet zeker of het heel lekker is
¡ Indicativo !
Estoy seguro de
que
es
delicioso
Ik weet zeker dat het heel lekker is
Met bepaalde bijwoorden +
Ojalá no vengas tarde
(Hopelijk ben je niet te laat)
(Con determinados adverbios)
Ojalá
(Hopelijk, was het maar zo)
Altijd met subjuntivo
Ojalá no vengas tarde
Hopelijk ben je niet te laat
A lo mejor (Waarschijnlijk)
Altijd met indicativo
A lo mejor tiene razón
Waarschijnlijk heeft hij gelijk
Quizás (Wellicht, misschien)
Tal vez (Wellicht, misschien)
Posiblemente (Mogelijk)
Probablemente (Waarschijnlijk)
Indien vóór het werkwoord geplaatst:
Subjuntivo als we refereren aan het heden
of
de
toekomst en metIndicativo als we
refereren
aan
het verleden
Quizás nos visite
mañanaMisschien
bezoekt
hij ons morgen
Posiblemente vieron la
películaMogelijk
hebben
ze de film gezien
Indien áchter het werkwoord geplaatst: altijd met Indicativo
Llegaré
probablemente a las sieteIk kom waarschijnlijk om zeven
uur
In betrekkelijke bijzinnen +
Quiero una casa que tenga jardín
(Ik wil een huis met een tuin)
(En frases de relativo)
Bij werkelijke personen of zaken gebruiken we de
indicativo
Ha
contrado a un hombre
que tiene barba
Hij heeft een man met een baard ingehuurd
Ahí hay un trébol que tiene cuatro hojas
Daar heb je een klaver met vier bladeren
Bij denkbeeldige personen of zaken gebruiken we de
Subjuntivo
Quiero contratar
a un hombre que tenga
barba
Ik wil een man met een baard inhuren
Busco un trébol
que
tenga
cuatro hojasIk zoek een klaver met vier bladeren
Met voegwoorden +
Te Hablas igual que si
fueras mi madre
(Je praat net als mijn moeder)
(Con conjunciones)
Voorwaardelijk
a no ser que (tenzij)
siempre y cuando (zolang als)
excepto que (behalve dat)
a menos que (tenzij)
salvo que (tenzij)
en el caso de que (in het geval dat)
A no ser que
trabaje ,
mañana
haré yo la
cena.
Tenzij ik werk, zal ik morgen het eten maken.
Cuenta conmigo siempre y cuando te
comportes .
Reken op mij zolang je je gedraagt
Manier
como si (alsof)
igual que si (hetzelfde als)
Hablas
igual que si
fueras
mi
madre.
Je praat net als mijn moeder.
Opvolgend
Tiene mucho
carácter,
de ahí que
parezca
enfadado.
Hij heeft veel karakter, daarom lijkt hij boos.
Toegevend
por + bijvoeglijk naamwoord + que
por muy + bijvoeglijk naamwoord + que
Por muy listo que
sea , a mí no me
va a
engañar .
Hoe slim hij ook is, hij houdt me niet voor de gek.
Voegwoorden van tijd
cuando (wanneer, toen)
siempre que (zo lang als)
cada vez que (elke keer als)
hasta que (tot)
desde que (sinds)
en cuanto (zodra)
tan pronto como (zodra)
antes de (voor)
después de (na)
mientras (terwijl)
Gebruikt in de tegenwoordige of verleden
tijd:
Indicativo
(of infinitief)
Cuando era
pequeña
iba a la escuela en
bicicleta.
Toen ik klein was, fietste ik naar school.
Antes de
ir a casa
pasa
por el supermercado.
Ga, voordat je naar huis gaat, even langs de supermarkt.
Gebruikt in de toekomende tijd:
Subjuntivo
Cuando sea
mayor seré enfermera.
Als ik groot ben, word ik verpleegster.
Avísa los, antes
de que
sea tarde.
Laat het hen weten, voordat het te laat is.
Afhankelijk van de betekenis
aunque (hoewel)
por mucho que (zoveel als)
por más que (met meer dan)
como (zoals)
si (als)
mientras (terwijl)
Feit, oorzaak, mogelijkheid, gelijktijdigheid:
Indicativo
Aunque no me gusta, lo dejo
pasar .
Hoewel ik het niet leuk vind, laat ik het gaan.
Si eres
bueno te daré un caramelo.
Als je aardig bent, zal ik je een snoepje geven.
Veronderstelling, toestand, onwaarschijnlijkheid, onmogelijkheid,
onwerkelijkheid:
Subjuntivo
Aunque no lo creas
, he
pasado el
examen.
Geloof het of niet, ik ben geslaagd voor het examen.
Si tuviera
tiempo, iría a
visitar te.
Als ik tijd had, zou ik je komen bezoeken.
Afhankelijk van het onderwerp
para (voor, om te)
a fin de que (zodat)
con la intención de que (met de bedoeling dat)
con el objetivo (gericht)
la finalidad (doel)
con el propósito de que (met het doel dat)
sin (zonder)
en caso de (in het geval van)
con tal de (zo lang)
antes de (voor)
después de (na)
Hetzelfde onderwerp:
Indicativo
Trabajo
mucho para viajar .
Ik werk veel om te reizen. ('ik' werk en 'ik' reis)
Verschillende onderwerpen:
Subjuntivo
Trabajo
mucho para que puedas estudiar .
Ik werk veel, zodat je kunt studeren. ('ik' werk en 'jij'
studeert)
Met standaard uitdrukkingen +
Estés
donde estés ,
lláma me
(Waar je ook bent, bel me)
(Con estructuras fijas)
Compres lo
que
compres ,
siempre
gastarás
dinero
Wat je ook koopt, je zult altijd geld uitgeven
Estés
donde
estés ,
lláma me
Waar je ook bent, bel me
Vayas a
donde
vayas ,
piensa en mí
Waar je ook gaat, denk aan mij
Digas lo
que
digas ,
tengo razón
Wat je ook zegt, ik heb gelijk
Met standaard wensen +
Que aproveche la comida
(Eet smakelijk)
Que aproveche la comida
Eet smakelijk
Que duermas
bien
Slaap lekker
Que tengas
suerte
Veel geluk
Que te vaya
bien
Het gaat je goed
Que te mejores
Beterschap
Que tengas
buen
viaje
Een fijne reis
Que lo pases
bien
Veel plezier